Het is koud buiten. Corona zorgde al voor een kille sfeer in de openbare ruimte, want met een mondkapje op is het leven zo anders. Ook lijkt het of iedereen bang is dat het mondkapje van het gezicht afvalt als je lacht? We kunnen toch ook met de ogen lachen? Ja, het is zoveel afstandelijker, terwijl er juist nu zoveel mensen thuiszitten. Je zou denken dat wanneer ze er even uit zijn, juist dat vriendelijk woord kunnen gebruiken. Soms lijkt het wel of we ook vervreemden van de omgeving.
Inhoudelijk heb ik niet veel meer op de dagelijkse gedachten te zeggen, ik vind het zo vanzelfsprekend vriendelijk te zijn. Goedendag te zeggen tegen iemand die ik tegenkom in de vroege ochtend. De kassière een fijne werkdag te wensen en een glimlach te geven aan de moeder die zo haar best doet, haar kinderen te vermaken terwijl ze haar boodschappen bij elkaar raapt.
En net als ik het zo vanzelfsprekend vind, zie ik ook aan de onderzoekende blikken bij deze gestes, dat het duidelijk niet echt gewoon is. ‘Wat wil ze van mij?’ of ‘Ik wil zo graag geloven, dat ze zonder bijbedoeling aardig doet’. Wat is het toch jammer dat we – ja ik betrap me er ook ooit op – dat we niet meer zomaar kunnen vertrouwen op de mens. Dat we altijd op onze hoede moeten zijn.
Want het is inderdaad zoals de dagelijkse gedachten van vandaag zegt:
‘Eén enkel vriendelijk woord kan drie koude wintermaanden verwarmen.”
…en wie weet hoe koud de winter nog gaat worden.
#letopelkaar #blijfgezond #zorggoedvoorjezelf #samensterk
want het is 28 november en nog 33 dagen.
