Dagelijks zitten we op social media te kijken hoe anderen het doen. Uitdagingen met ijsblokjes, meeslepende deuntjes met bijpassende dansjes op TikTok, ontelbare huisdieren die super ‘cute’ zijn en net zoveel kinderen waar de ouders trots op zijn. LinkedIn met vele vacatures, duurzame initiatieven en zakelijke successen. Zoveel verhalen, foto’s, quotes en teksten én ik doe net zo hard mee. Behalve de huisdieren, want die hebben we niet én de kinderen, want dat willen ze niet. Waarom kom ik hierop? Omdat ik tussen mijn oude papieren geschreven brieven tegenkwam van toen ik 13 jaar jong was. Brieven die veel weg hebben van de appberichten die de jongelui nu sturen naar elkaar. Maar dan… in een enorme slow motion.

Brief gehad
Even terugkomend op de reden dat ik deze blog begon: mijn memoires schrijven en al die oude papieren een digitale plek geven. Offline wel te verstaan :). Mijn oude papieren induikend, kom ik geschreven brieven tegen uit mijn jeugd, het voortgezet onderwijs.
Zo bijzonder, ik had geen idee dat ik ze nog had, laat staan dat ik wist dat wij ook zo naar elkaar schreven; ‘Op wie ben jij?’, ‘Waar gaan we uit, naar welk feest?’ ‘Vind je mijn nieuwe riem mooi?’, schreven mijn vriendinnen. Ben zo benieuwd of andere mijn brieven nog hebben.
‘Ik zag dat je er zaterdag niet was, ben je ziek?’, zegt een brief. Nu ondenkbaar, dat je pas achteraf vraagt of kunt vragen hoe het met iemand is, ver na het moment zelf, zal ik maar zeggen. Tegenwoordig, voor ze het gedacht hebben ‘waar is hij/zij’…, pakken ze de telefoon… en het antwoord is daar.

Jeugdsentiment
We waren zo’n 13 á 14 jaar, zagen elkaar elke dag op school en toch schreven we elkaar ‘ik ga nu eten’, ‘oh, ik stop even met schrijven, ik ga straks verder want ik moet even leren’ en dan in dezelfde brief: ‘Hai, ik zit even te wachten op Vriendin, maar ben – Vriend van vriendin – en dacht ik schrijf ook even naar jou tot Vriendin terug is. Zij is drinken halen.’ 

Prachtig. De blaadjes werden aan elkaar geniet en een paar dagen later op school weer gegeven. Waar je dan weer op antwoordde, ook per brief. 
Maar ook een verhaal over een moeder die overleed en we naar elkaar schreven hoe verschrikkelijk dat was en hoe bijzonder de bewuste vriendin dit verwerkte. We schreven ook hoe ongelooflijk we het vonden dat een van onze ouders…??

Samen zijn
Afijn. We waren geen bijzondere meiden, maar we waren allemaal bijzonder voor elkaar. Bij mijn kinderen zie ik dat nog. Geen bijzondere verhalen, niet de uitmuntende resultaten of internationale bezigheden maken indruk, maar het samenzijn. Samen lekker uniek zijn en dat maakt het bijzonder. Net als vroeger, nu in coronatijd, gaat het vaak weer om een spelletje, wandelen of gezellig buurten.

De dagelijkse gedachten van vandaag zegt het:

‘Je hoeft niet iets bijzonders te zeggen of bijzonders te doen, om bijzonder te zijn’

Met zoveel coronapatiënten ben je bijna niet meer bijzonder als je corona hebt, maar het zijn wel allemaal bijzondere mensen, met unieke verhalen. Laten we nog even volhouden allemaal. 

5 november en bijna op de helft.

 

Verhaal uit de serie ‘100 dagenblog Met PITT’
22 september en nog 100 dagen voor we met z’n allen vuurwerk afsteken en echt zeggen: Laten we aan 2021 beginnen. Ben heel benieuwd of we er achteraan mompelen: ‘en laten we 2020 maar snel vergeten’.
In deze 100 dagen laat ik met een dagelijkse gedachten en doelgericht omdenken zien dat je ook stap voor stap nog een hoop kan doen. Het is pas over, als het over is.