In de vijftig jaar na mijn geboorte kwamen er veel stemmetjes langs: ‘wat een schatje’ -was toen ik nog in de wieg lag en ze geen idee hadden van mijn pittige karakter- ‘jij woont veel te ver weg om mee te spelen’ – op de lagere school, gelukkig hadden we buurkinderen genoeg, ‘jij kan veel meer dan je denkt’ – hiermee stuurde de stem van een leerkracht mij de wijde wereld in bij het afscheid lagere school, ‘wat ben jij raar’ – was de ondermijnende stem op het feit dat ik mijn zelfrespect opeiste.
Ik hoorde veel verschillend stemmen in mijn leven, allemaal met een mening, of ze nou goed bedoeld zijn of niet, meestal kwamen ze uit een goed hart, en de zender was ze vast ook alweer snel vergeten.
De reacties gingen wel allemaal in mijn hoofd zitten en dan precies voor het filter van je toekomstige reactie’s. Zij spelen allemaal mee op het moment dat ik weer iets doe, zeg, beslis. Een soort van emotioneel filter wat ik aan mijn keuzes die ik maak toevoeg, en zo wordt het veel lastiger om echt vanuit mezelf een reactie te geven of een beslissing te maken.
Mijn eerste geweten
Inmiddels ben ik er achter dat ik het zogenaamde ‘eerste geweten’ ligt in mezelf. Dit ‘eerste geweten’ geeft het antwoord van wat ik echt vind; zonder sociaal geweten, maatschappelijk verantwoord geweten, zonder schuldgevoel. Mijn tweede geweten neemt alle reacties van het verleden mee. Het is dus van belang om op mijn hoede te blijven. Laat ik, nu ik dat zo zie, alleen mijn eerste geweten nog de keuzes maken of praat mijn tweede geweten nu ook nog mee?
Natuurlijk is het vaak een combinatie van die twee. Ik leef nu eenmaal graag met de mensen om me heen en wil dat zo houden. Als ik alleen aan mezelf ga denken zal dit niet zo blijven. Ik kan mijn keuzes wel beter uitleggen, ook aan hen die me dierbaar zijn. Waardoor ik wel steeds vaker heel dichtbij mezelf blijf.
